CZT voorjaarstocht 2014 op de ‘vrouwenboot’
Voorjaarstocht 18 t/m 21 april 2014
Mijn debuut bij de CZT betekende tevens een primeur voor de club. Voor het eerst in de geschiedenis van de CZT voer er een boot mee met een driekoppige bemanning bestaande uit uitsluitend vrouwen.Wellicht gaan er stemmen op om in dit geval te kiezen voor de term ‘bevrouwing’, maar aangezien deze drie vrouwen hebben bewezen hun mannetje te staan, stel ik voor de term bemanning te handhaven.
Voor de Libertijn en haar bemanning begon de tocht een dag eerder. Vanuit de thuishaven, Franeker, is het namelijk vrijwel ondoenlijk om in één dag naar Enkhuizen te komen.
We schrijven donderdag 17 april: rond het middaguur vaart de Libertijn af naar Harlingen met aan boord schipper Joke Oosterbroek en opstappers Riëtte Voorhaar en Heleen Weber. Er staat een straffe wind uit West/Zuid-West en dat betekent dat we, nadat we geschut zijn bij de Tjerk Hiddessluis, de boontjes op de motor over moeten varen. Je kunt je leukere dingen voorstellen, maar de stemming aan boord is opperbest! Na schutting bij de Lorentzsluis in Kornwerderzand besluiten we de eerste de beste haven aan te doen en het voor die dag voor gezien te houden. Tijd voor de afmeerborrel!
We overnachten in de haven van Makkum. Door de gierende wind en het klotsende water – geluiden waaraan je toch weer even moeten wennen aan het begin van het seizoen – slapen we geen van drieën goed.
Zoals gezegd: wij staan ons mannetje. We laten ons dus niet kennen en varen vrijdag 18 april om 10.30 uur goedgemutst af met bestemming Enkhuizen. Daar komen we tegen 16.00 uur aan na een misselijkmakende (neem dit gerust letterlijk) tocht op een ruime windse koers met windkracht 6. Wij zijn van de deelnemende schepen voor het laatst het eerst binnen en maken van die gelegenheid gebruik om alle drie even een tuk te doen.
De andere schepen varen een voor een binnen en na een begroetingsrondje gaan wij, samen met de bemanning van de Arcadia, vis eten. De bemanning van de Time Out bevindt zich voor een zelfde soort maaltijd elders in Enkhuizen.
Om 19.30 uur staat de schippersvergadering gepland aan boord van de Elisabeth. We slaken een zucht van verlichting als Joke van boord komt met de mededeling dat we die nacht in Enkhuizen blijven liggen en dat we de volgende morgen pas om 10.00 uur afvaren naar Den Helder.
Zaterdag 19 april: Aangezien we op het kleinste en langzaamste schip varen, besluiten wij een half uur eerder te vertrekken. De Etoile de Mer is overigens nog eerder vertrokken. Op het ergste voorbereid, steken we voor vertrek een rif, maar eenmaal op het IJsselmeer is het zo rustig dat we dat er weer uithalen. Als we geweten hadden wat ons later die dag op het Wad te wachten stond, hadden we dat rif zeker laten zitten. Via de Stevinsluizen bij Den Oever bereiken we de Waddenzee en zetten koers naar Den Helder. De wind trekt aan naar een stevige 5 beaufort en gezien de slagzij en de golven staan we voor een negatieve keuze: het dek op en toch dat rif weer steken of vol tuig, desnoods met killend zeil, doorvaren. Aangezien de Libertijn nog goed te houden is, kiezen we voor het laatste. Uiteraard als laatste van de club komen we in Den Helder aan waar Paul ons op de steiger opwacht en helpt afmeren en waar we van Marti een compliment krijgen: ‘Goed gedaan, stoere dames!’ Als rechtgeaarde vrouw weet ik trouwens niet of ‘stoer’ een compliment is, maar ik vat het toch maar zo op.
Die avond is de clubborrel en maak ik kennis met de bemanningen van de Elisabeth en de Etoile de Mer: wat een leuke mensen allemaal!
Zondag 20 april, eerste Paasdag. De afvaart staat om 10.00 uur gepland. Wij kregen het dringende advies van Peter om een half uur voorsprong te nemen en wagen het niet dat advies niet op te volgen. Gezien de windverwachting vertrekken we met een dubbel rif (met dank aan Marti). Wat een verschil met de vorige dag: de woelige baren zijn veranderd in een spiegelglad oppervlak. Kabbelend op de Noordzee halen we het tweede rif er uit. Gelukkig hebben we het eerste laten zitten: we blijken het later die dag nog hard nodig te hebben. De wind trekt aan naar 6 bft met uitschieters van 7 bft. We maken bij tijd en wijle een slagzij van 35˚. Zo’n drie kwartier voordat we bij IJmuiden zijn, komt de Arcadia ons tegemoet varen: dat gaf de ‘stoere dames’ toch het veilige gevoel van de grote broer die een oogje in het zeil houdt! De eigen bemanning bracht het er minder goed af: Greet kukelde om in een windvlaag en hield er blauwe plekken en een idem oog aan over.
Ik kan niet anders zeggen: mijn eerste keer Noordzee en dat met zulk weer… wat een fantastische ervaring! We did it!!!
Bij het uitvaren van de sluis wordt de Time Out aangevaren. De schade lijkt gelukkig mee te vallen, maar vervelend is het wel te meer daar de ‘dader’ zonder rancune en tekst verder vaart. Na de sluis meren we allen even aan – sommigen liggen er al een uur te genieten van zon en drank – en alweer staat Paul op de kade om ons te helpen met afmeren. Dat was nodig ook met die wind.
Er volgt een lang stuk motoren op het Noordzeekanaal. Het is rond kwart over acht als we afmeren in Amsterdam Marina, waar Paul – hoe kon het ook anders – en Marti ons helpen afmeren. Door diverse bemanningen worden we toegezwaaid, toegedronken en gecomplimenteerd: ja, ja ‘stoere dames’. Paul zegt ons meermaals ‘fier’ op ons te zijn. We zijn hard toe aan onze afmeerborrel en Ben, Paul en Cor drinken gezellig een glas mee aan boord van onze trouwe Libertijn (mag wel even hè Joke, dat ‘onze’?). We moeten nog eten en hadden onderweg, onder het genot van een toastje brie, al besloten dat we simpelweg een blik soep zouden openmaken. Ben biedt ons een blik Chili con Carne aan en doet er vervolgens nog een schep bovenop: hij zal het voor ons klaarmaken en we mogen bij hem aan boord komen eten. We stappen een kwartiertje later aan boord van de Etoile de Mer en daar wacht ons een gedekte tafel: place-mats, servetten, wijnglazen. De schipper serveert ons een ‘cinq etoiles de mer -menu’: een kopje champignonsoep vooraf; een bord heerlijke chili en een voortreffelijk glas rode wijn. Ben, dank je wel! Dit was een reuze verrassing en reuze lekker! Er volgt een gezellige avond met veel onderste en bovenste helften van glaasjes rode wijn.
Maandag 21 april: Het is alweer tijd om afscheid van elkaar te nemen. Alle schepen gaan huns weegs. Voor de Libertijn betekent dat nog twee dagen voor de boeg: we moeten immers weer terug naar Franeker. Om 09.30 uur varen we af en zetten koers naar Stavoren. Er staat bij tijd en wijle nauwelijks wind, hoewel we toch nog wel een tijdje behoorlijk hebben kunnen zeilen, en we leggen de tocht dan ook voornamelijk op het ‘oliezeil’ af. Tot overmaat van ramp gaat het nog regenen ook, hetgeen onze schipper een hartgrondig ‘Wat een kloteweer!’ ontlokt. Als we voor en in de sluis bij Enkhuizen liggen, krijgen we een bui over ons heen die zijn weerga niet kent…. Joke is zo blij met haar bemanning die niet te beroerd is om er nog een dag aan vast te plakken dat zij aanbiedt die avond op een etentje te trakteren. Om 19.30 uur meren we af in Stavoren onder het wakend oog van het vrouwtje en eten in het naar haar genoemde hotel-restaurant. We genieten van de warmte en het eten en filosoferen nog wat over ‘stoere dames’, complimenten en behulpzame mannen op de steiger. Uiteindelijk komen we tot een eenduidige conclusie die onze schipper als volgt verwoordt: ‘Daar doen we het uiteindelijk allemaal voor, voor het applaus van de mannen.’ Ik vrees dat er op z’n minst een kern van waarheid in zit. We lijken wel mannetjesputters, maar uiteindelijk zijn en blijven we gewoon vrouwen! We hebben het dan ook zeer gewaardeerd dat Ben die avond per telefoon nog even informeerde of het allemaal wel goed was gegaan. Aan boord drinken we nog een ‘letztes glas im stehen’ en vallen dan zo ongeveer in coma!
Dinsdag 22 april: om 09.30 uur zetten we vanuit Stavoren koers naar Franeker. Het lijkt of er geen draad wind staat, maar schijn bedriegt. We varen ruime wind en halen toch nog 3.5 knoop! Zo is zeilen wat minder spectaculair, maar toch ook wel heel prettig. De zon schijnt en we genieten van deze ontspannen bonusdag. Om nog wat meer snelheid te kunnen maken, verruilen Joke en Riëtte, terwijl ik de boot op koers houd, de fok voor de genua. We nemen de spinakerboom ook maar in gebruik en zo kunnen we een hele tijd melkmeisje varen. Rond 13.30 uur, veel eerder dan we hadden verwacht, worden we geschut bij Kornwerderzand. Net als op onze eerste dag staat er een Zuid/Zuidwesten wind. Heel rustig zeilen we ruime wind over de boontjes tot de havenhoofden van Harlingen; het is 15.45 uur. Alles zit mee: we worden vrijwel direct geschut en de drie nog te nemen bruggen gaan ook vlot open. Om 17.23 lokale tijd meren we af in de thuishaven van de Libertijn, moe maar voldaan, zeer voldaan!
Wat een fantastische tocht: Joke en Riëtte bedankt; overige CZT-leden bedankt; bedankt dat ik mee mocht; ik heb genoten!
Heleen Weber