Verslag Najaarstocht 2021 (3)
Het IJsselmeer op en neer … en weer
Najaarstocht 2021, 8-10 oktober
Op vrijdagmorgen rijd ik in alle vroegte van Zuid-Limburg naar Makkum om daar op te stappen bij mijn eerste CZT-tocht. Na twee jaar niet gevaren te hebben wegens de Corona-crisis, heb ik er echt zin in. Het weerbericht is goed, met wat zon, maar niet al te veel wind. De haven ligt nogal verscholen, maar dankzij de routebeschrijving die Joke Oosterboek, schipper van de “Libertijn” had gestuurd, vind ik het vlot. We komen precies tegelijk aan en kunnen meteen inschepen.
Even later arriveert ook het mede-bemanningslid Maddy Bassleer. Aangezien de Libertijn vertrekklaar ligt, varen we direct uit. De eerste etappe gaat naar Enkhuizen, het verzamelpunt. De koers is pal zuid. De zuidoostenwind komt en gaat, dus we zeilen en motoren afwisselend. De Libertijn is met 26 voet een handzame boot en is daardoor makkelijk te bedienen. De vaart en sfeer aan boord is daardoor ontspannen. We varen langs Hindeloopen en Stavoren, “Stavern” op zijn Fries leer ik. Terwijl we aan de wind varen, merk ik zo’n 2 of 3 mijl voor Enkhuizen op dat we het waarschijnlijk niet in één keer halen. Dat laat Maddy aan het roer zich echter niet zo maar zeggen en ze vaart in rechte lijn naar de KG9 van de aanloop.
Rond een uur of 5 arriveren we in een gezellig Enkhuizen dat druk is voor de tijd van het jaar. Het is het weekend van de Klipperrace. Na de, naar ik mij laat vertellen traditionele, vis van de viskraam aan de haven, vertrekt Joke naar het schippersoverleg. Volgens voorspelling laat de wind het op zondag afweten, dus zit een waddentocht er niet in. Vanavond eerst maar eens naar Stavoren en dan zien we morgenochtend verder.
Het wordt een fijne avondtocht met een vloot van zeven boten. Het is zo’n 10 mijl in dezelfde richting van waaruit we gekomen zijn, noord dus. De wind is gedraaid naar noordoost en wat toegenomen. De Libertijn voelt zich op z’n gemak en bezorgt ons een comfortabele vaart. We vervelen ons niet, maar hoeven ook niet hard te werken. Daardoor is er voldoende gelegenheid om te kletsen. De een wat meer dan de ander. Dit patroon zal zich de rest van het weekend niet meer wijzigen.
In de aan lij gelegen vaargeul komt ons een binnenvaartschip tegemoet. Via de marifoon maakt onze tochtleiding de Engels sprekende bemanning attent op de naderende zeilvloot, die aan de wind varend weinig vrijheid van manoeuvreren heeft. Hierop ontsteken ze twee grote schijnwerpers, het schip het aanzien van een auto met groot licht gevend. Niet geheel volgens het BPR, wel heel erg zichtbaar. De navigatie is verder niet moeilijk, zolang we de tonnen die de lijn tussen het Vrouwezand en de aanloop naar Stavoren markeren maar aan stuurboord houden. In no-time lopen we binnen voor de nacht.
Zaterdagochtend kost het schippersoverleg enige tijd. Iedereen moet op zondag binnen redelijke tijd de thuishaven kunnen bereiken en naar het zich laat aanzien wordt dat motorvaren. Daarom hebben alle bestemmingen voor sommige schippers nadelen. De beslissing valt op Hoorn.
Als een van de eerste boten varen we uit, maar het mist en er is slechts 50 meter zicht. Zonder radar of AIS is dat geen lolletje en we besluiten even te wachten of het wat beter wordt. De anderen laten zich echter niet weerhouden en na een kwartiertje volgen wij. De Arcadia heeft wel AIS en schipper Marti Rijken is zo vriendelijk om vaart te minderen zodat wij veilig achter ze aan kunnen varen.
Na een uurtje neemt het zicht toe, de Arcadia zet een voorzeil en vaart er vandoor. Weer op onszelf aangewezen hebben we een fantastisch uitzicht op de traditionele vloot van de Klipperrace, die ons tegemoetkomt. We zien een aantal scheepstypen, met als meest in het oog springend de kolossale twee- en driemasters. We luisteren via de marifoon mee met de soms wat vinnige conversatie tussen de schippers en komen helemaal in de stemming.
We laten de platbodems achter en volgen de inmiddels bekende route naar Enkhuizen in het zuiden en passeren vlot de Krabbersgat sluis. Bij het uitvaren zien we de anderen aan het remmingwerk liggen voor het middageten, maar wij varen door omdat de wind in de loop van de middag zal gaan liggen. Een goed besluit, want we hebben een prima tocht met windkracht 3 en wat zon. Tegen de tijd dat de wind wegvalt lopen we net Hoorn aan. Na een korte verwarring over de juiste haven leggen we aan, ruim op tijd voor de steigerborrel.
Joke maakt diner aan boord. Na 10 jaar heeft De Libertijn precies de juiste inventaris. Alles is er, maar niets te veel, en alles heeft zijn plaats. Hierdoor is het voor de bemanning makkelijk om mee te helpen met tafeldekken, afwassen etc. Chili con Carne met bijbehoren staat er op het menu en tiramisu toe. Erg lekker, vinden we.
’s Avonds is er de borrel in het havenrestaurant. Als nieuweling maak ik kennis met een groot deel van de groep. Er zijn nog zo’n vier of vijf (potentiële) nieuwe leden; de formule van CZT spreekt aan. We worden eruit geschopt als het restaurant dicht gaat en hoewel het nog niet bijzonder laat is, gaat het licht op de boten vlot uit.
Zondagochtend nemen we op de steiger afscheid. Een hulpvaardige buurman klimt in de mast van de Arcadia voor een groepsfoto en tochtleider Peter Kunst spreekt iedereen toe.
Bij gebrek aan wind wordt het een dag lang motorzeilen in het zonnetje. Eerst door de sluis naar Enkhuizen en dan weer pal Noord via Stavoren richting Makkum. Het is mijn eerste keer op het IJsselmeer, maar de Noord-Zuid route tussen Friesland en West-Friesland ken ik nu van buiten. We moeten een beetje bijtijds aankomen, zodat ik op een redelijk tijdstip thuis kan zijn, dus we kunnen ons niet veroorloven te gaan liggen dobberen. Joke is een no-nonsense schipper en zonder gezeur doen we wat nodig is.
Rond 6 uur lopen we Makkum aan. Joke en Maddy gaan de volgende dag de Libertijn naar de werf brengen en blijven aan boord. De gebruikelijke opruim- en schoonmaakwerkzaamheden om het schip goed achter te laten blijven dus achterwege. Na een laatste glaasje fris neem ik afscheid en stap met enig gevoel van spijt aan de wal.
Tot een volgende keer, hoop ik van harte.