Verslag Hemelvaarttocht UK ’24
Door omstandigheden, waaronder het droevige nieuws van het overlijden van Wim Salomons, is er bij de hemelvaarttocht dit jaar uiteindelijk maar één boot met het plan over te steken naar Engeland: de Parel van Bart van der Ree. Behalve Bart zullen als opstapper meevaren Leonie Sijtsma, één van de jongste leden van de CZT, Pim Smorenburg, hardcore wedstrijdzeiler, en Eric van der Schilden, manusje-van-alles. De tocht zal beginnen op 8 mei, de woensdag voor hemelvaart, maar al carpoolend slagen Bart, Leonie en Pim er in om dinsdagavond al aan boord te gaan in Den Oever. Dat schept de gelegenheid om woensdagochtend vroeg boodschappen te doen, terwijl Eric uit Zuid Limburg komt aankarren.
Allen eenmaal aan boord, wordt er geen tijd verspild en rond 11 uur varen we af, precies de juiste tijd voor het getij in het Marsdiep bij Den Helder. De sluis staat aan onze kant open, dus in no time varen we op de Waddenzee. Bart had eerder een uitgebreide handleiding voor het varen op de Parel gedeeld, dus na een korte veiligheidsinstructie vinden de opstappers zonder moeite hun weg aan boord. De Parel is een Ovni 385, een aluminium boot van zo’n 12 meter, met klapzwaard. Een echte “ik kan alle omstandigheden aan en kan overal varen”-boot. Bart heeft er een kotterstag opgezet voor een zwaar weer zeil, handig als je solo zeilt. Op die kotterstag komen we later terug.
Met een noordoosten 3 à 5 en goed zicht kunnen de omstandigheden niet veel beter. Eenmaal buiten het Marsdiep loopt onze route vrijwel in rechte lijn naar bestemming Lowestoft. We varen boven de windmolenparken voor de Noord-Hollandse kust langs en steken het eerste verkeersscheidingsstelsel over. Her en der rijzen productieplafonds ver boven het water uit, onmogelijk om ze te missen. Des te opmerkelijker dat er om de haverklap berichten op de marifoon te horen zijn waarin zeiljachten “aangeraden” wordt de verboden 500 meter veiligheidszone te verlaten. Waarschijnlijk varen zij op een tegenovergestelde koers aan de wind en hebben wat minder vrijheid om de koers te verleggen, maar toch. Je moet wel erg vastbesloten zijn om je binnen korte afstand van zo’n monster te wagen.
Wat later op de middag horen we een harde “kloink”. Bart ziet al snel wat er aan de hand is: De klauw waarmee de neerhouder aan de mastvoet vast zit is losgeschoten. Geen halszaak, zonder neerhouder kunnen we ook goed zeilen, maar nu schraapt het losse eind over het dek. Gelukkig heeft de parel een rijk assortiment aan rvs onderdelen aan boord en al snel is een passende pen gevonden om één en ander weer vast te zetten. Een nieuwe klauw heeft Bart ook al eerder gekocht, dus die kan in de haven gemonteerd worden.
Zonder verdere bijzonderheden varen we verder en nuttigen als diner de kikkererwten-kerriesoep die Pim had meegebracht. Erg lekker met een stukje voorgebakken naan-brood. Alleen Pim zelf voelt zich geen 100% en kan er niet echt van meegenieten. In de avond starten we het wachtschema: twee wachten met drie uur op en drie uur af. De hele afstand is zo’n 140 mijl, dus we kunnen verwachten na zo’n 24 uur in de ochtend aan te komen. Eén nacht is goed te overzien.
Zo gezegd, zo gedaan. Rond 11 uur lopen we met een lekker zonnetje de haven van Lowestoft aan. Pim meldt ons ruim tevoren aan en de verkeersbegeleiding staat ons uiterst vriendelijk te woord. Dat is nog eens leuk aankomen! Het is ondertussen donderdag en de RNSYC (jawel, de Royal Norfolk and Suffolk Yacht Club) heeft nog volop plaats aan de passantensteiger; de meeste overstekers uit Nederland voor hemelvaart zullen immers pas de volgende dag aankomen.
We hebben tijd om te rusten en het stadje te verkennen. Lowestoft is een typisch Engels badplaatsje; een boulevard met een treurige automatenhal en dito pier. Een pub, een Indiaas restaurant en huizen die betere tijden hebben gekend. Tegelijkertijd heerst er een ontspannen vakantiesfeer. Niemand lijkt haast te hebben, onszelf inbegrepen. Op elke richel hebben zich meeuwen gevestigd en al met al kun je niet aan het gevoel ontsnappen; alles is hier zoals het moet zijn. Zozeer zelfs dat er op één gebouw een heel regelwerk is aangebracht; jawel, een hotel voor een bedreigde meeuwensoort, de “kittiwakes”.
‘s Middags heeft Bart die klauw van de neerhouder alweer vervangen en vastgeklonken. Het ziet er uit als nieuw. We overleggen over ons plan voor de volgende dagen. We zouden wat verderop kunnen gaan. Naar verluid is het plaatsje Southwold aantrekkelijk. Tegelijkertijd is de windverwachting voor de komende dagen wisselend NNO-NO-ONO kracht 3-4-5. Dat betekent dus op de terugweg kruisen. Met een te zeilen afstand tot Den Helder van zo’n 180 mijl zal dat 36 uur of meer worden. Als we zondag bijtijds terug willen zijn in Den Oever, betekent dat vrijdagavond vertrekken en dan moeten we eigenlijk meteen verkassen naar Southwold. We besluiten in Lowestoft te blijven.
Dan gaan we op zoek naar avondeten. Ver hoeven we niet te gaan; naast de haven ligt “The Harbour”, een weinig fantasievolle naam voor een typisch Engelse pub. Als enige bemanning op deze tocht zijn we meteen ook compleet voor de “clubborrel”. Wel een beetje raar idee. Die fish en chips, cider en bier maken echter veel goed. Laat wordt het niet, slaperigheid krijgt al snel de overhand.
Op vrijdag hebben we wat boordklusjes. Bart vervangt het stoom- en deklicht door een meer robuust exemplaar. Eric monteert slingerzeiltjes voor de kooien in de salon. Die zullen we nodig hebben als we ‘s nachts gaan kruisen. Leonie kookt Chili-sin-Carne voor onderweg -aan boord eten we vegetarisch- en Pim doet nog wat boodschappen.
Eric heeft een curry meegebracht met… kikkererwten. Ja, je verzint het niet. Toch valt die in de smaak en aangesterkt varen we rond 7 uur ‘s avonds af. We hebben goede hoop vanavond het noorderlicht te kunnen zien. Denken we even. Al snel worden we verlost uit deze droom. Zodra het donker wordt hebben we potdichte mist en in plaats van naar de lucht, turen we op het scherm van de AIS en de radar. Later horen we dat niet al te ver ten zuiden(!) van ons andere boten een fantastisch schouwspel te zien kregen. Ach ja, je kunt niet alles hebben.
Veel snelheid hebben we echter ook niet en wat later komen we een vervelende dregger tegen die steeds van koers verandert. Dat is het moment dat Pim en Eric ontdekken dat je vlot moet doorwerken om overstag te gaan. De genua moet om de kotterstag heen door hem in te rollen om vervolgens op het grootzeil overstag te gaan. Daar moet je dan wel nog de benodigde snelheid voor hebben, anders lukt dat niet en kun je beter andersom draaien en gijpen. Lesje geleerd, maar dat was leuker geweest op wat meer afstand van die grote boot met onvoorspelbare koers in de mist….
De volgende morgen klaart het op, maar hebben we niet veel afstand goedgemaakt. Net als de stemming wat minder wordt, krimpt de wind naar NNO en kunnen we over stuurboord een koers aanhouden niet te ver van de originele routelijn. De VMG schiet omhoog en daarmee ook het gemoed. Met een zonnetje erbij, komt de stemming er alweer goed in. Verwonderd luisteren we naar de marifoon. Een Deense officier op een Maersk schip meldt na enig heen en weer met een ander schip dat een CPA van een kabel “too f******g close” is. De verkeersbegeleiding van IJmuiden spant echter de kroon. Een aanlopend schip vraagt, zich van geen schuld bewust: “channel six-one is that correct?” en tot onze verbazing is het antwoord “you are f******g correct”. Wat wij niet weten is dat Joost Klein is gediskwalificeerd voor het songfestival. Wellicht verklaart dat de geagiteerde stemming in de verkeerspost.
Na het nuttigen van weer een smakelijke en voedzame maaltijd, de chili van Leonie, liggen we mooi opgelijnd om naar binnen te prikken tussen de windparken bij Bergen. Nou ja, bijna want de wind ruimt en dat laatste park halen we rond middernacht net niet. Dat komt echter best goed uit, want na een uurtje motorzeilen om er toch boven te blijven ligt Den Helder nu mooi bezeild. Overstag. -Pim en Eric hebben hun lesje geleerd- en recht op het doel af. We worden voor de langere oversteek beloond met een prachtige zonsopkomst. Zondag in de vroege morgen varen we met tij vlot aan Den Helder voorbij.
Die wind ruimt echter wel door naar OZO en neemt toe tot een goede 5. Met wind tegen stroom levert dat venijnige golven op in het visjagersgaatje. Recht tegen de wind in motorend, is de bootsnelheid maar twee knopen. Gelukkig komt daar drie knopen stroom bij en kan Pim ons met vaste hand de voorhaven van Den Oever inloodsen.
Om een uur of 10 liggen we weer in de box om allereerst even wat slaap in te halen. Dat 3-op-3-af schema gaat je toch niet in de koude kleren zitten. Dan nog even schoon schip maken en we zijn klaar om af te reizen. Of… oh, ja de groepsfoto waren we nog vergeten.