Noordzeetocht 2019, Klazina
Vrijdagmorgen stouwen we de Klazina weer helemaal vol, alsof we op wereldreis
gaan. Zelfs mijn yoga matje gaat mee. Aan boord zijn Rob van der Weert, Wim
Salomons en Riëtte Voorhaar. Na een kop koffie vertrekken we richting Ketelbrug,
Houtribsluizen, Amsterdam en voor 10 uur s avonds liggen we voor de kleine sluis van IJmuiden. Een grote nieuwe maan is boven Amsterdam opgegaan. Rob neemt nog contact op met Han, schipper van de Windflower, die 1 a 2 uur achter ons zit.
De windvoorspelling is bar en boos, dat wil zeggen hopelijk een paar uur wind.
We spreken de wachttijden door en gaan het zeegat uit. We willen naar de overkant. Wie weet breken daar betere tijden aan. Vooralsnog is het 80% motoren op een zee met hele kleine knobbeltjes. Dus is het pas in de heldere avond van zaterdag als we de SouthHolm boei voorbij glijden richting Lowestoft. Ja er is nog plek voor jullie, zegt de Harbour Control. Een uur later komen onze andere CZT vrienden langszij. Alle 6 passen we bij Rob in de Klazina voor een steigerborrel/aankomstbiertje.
De volgende morgen, zonder wind in het vooruitzicht, wordt afgesproken dat de boten zondag in Lowestoft blijven en wij een bus-tripje naar Southwold gaan maken. Dat is heerlijk relaxed, het is mooi strandweer en ik krijg een ijsje. We genieten vanaf de dubbeldekker van het schone landschap.
Maandagmorgen vertrekken we hoopvol richting Harwich. Ja, we hebben 2 uurtjes
kunnen zeilen. De rivier op naar Woolverstone is weer een feest der herkenning. Er
wordt snel aangelegd, en daar het al begint te schemeren maken we ons op voor de wandeling naar Pin Mill. We drinken daar een Engelse cappucino en lopen door het donkere bos weer terug. De eiken lijken nu nog ouder! Puur magic.
Het reisdoel de volgende dag is dan nog niet duidelijk. Ramsgate lijkt minder bezeild en dat zou weer motoren betekenen. Er wordt wat gerekend en de schippers besluiten de Deben op te varen naar Woodbridge. Het is springtij. Als we bij Woodbridge komen staat er 2.25m en kan de Klazina (kieldiepte 1.9 m) ruim over de drempel.
Ooit voer ik met de Aura naar Juust, onder dit soort omstandigheden, wetende dat ik voorlopig niet meer terug kon. Maar op de Deben gelden nog heel andere wetten, zullen we ondervinden.
Als we een dagje rondgewandeld hebben, lijkt het wel weer genoeg. Maar het is rond 15.00 en 03.00 uur hoog water en we moeten eerst die verrekte drempel over. Dan maar gelijk ‘s nachts en als eerste ging de Windflower (diepgang 1.5 m) met Koen en Johan plus schijnwerpers op de voorpunt. De Klazina zou volgen. De drempel over ging prima, maar daarna zitten gelijk wat bochten, banken en alleen maar onverlichte tonnen.
Voor de Klazina was het nachtelijke feest in het donker al gauw over omdat we snel vastliepen. Bij het ochtend gloren lagen we al aardig schuin, ondanks de spi-boom die als wadpoot was ingezet. In de modder is aan het spoor van de kiel duidelijk wat er verkeerd gegaan is. Gelukkig heeft de boot stevige kooien. We hadden ook zat te lezen en boterhammen. ‘s Morgens ging de schipper met zijn laarzen de modder in. Hier en daar een praatje maken met de havenmeester en PinMill vrijwilligers.
Wim en ik vonden een hoogst exclusieve oplossing voor wat huishoudelijke problemen. Ja, het is wel duidelijk, dit duurt tot vanmiddag 3 uur, maar dan zitten we wellicht overmatig stevig vast in de modder. De havenmeester werd benaderd en hij zette zeer effectief zijn dingy in. Dan ben je los en kun je nog wat roepen en zwaaien als bedankje. Wim en ik probeerden daarna zeer precies de rode en groenen tonnen te volgen tot we vlak bij de zee waren. Dan gelden weer andere regels, zoals dicht langs de tweede rode ton, maar niet zo dicht bij de groene… Terwijl je het idee hebt, hier is al het ruime sop, liggen onder water nog steeds bedrieglijke ondiepten, en ja hoor we weten nu ook hoe het is als je op een grindbank loopt, heel wat minder vriendelijk dan blubber.
Nadat we weer los kwamen en voorzichtig langs de rode tonnen gevaren waren, verlegden we de koers naar Oostende, want als we daar eenmaal zouden komen, zou er wind zijn om naar het noorden te komen. Eenmaal bij daglicht was Rob een groot windmolenpark voorbij en ik koerste naar de traffic zone. Wim was nu wakker en samen passeerden we het drielanden punt UK/France/Belgium. Een paar uur later schuiven we al die banken voor Oostende over en schieten we de
zonovergoten haven in. Er is altijd wel weer iets lekkers te vinden onder de kooibank vandaan. Die middag kwamen de mannen ook nog langs de slager, dus de nasi werd extra lekker. En het bier smaakte prima.
Die nacht kwam inderdaad de voorspelde Oostenwind. Na een relaxed ontbijt
vertrokken we vrijdagmorgen voor de lange reis langs de kust naar het noorden.
Allereerst werd voor de Maasmond zuurkool met worst opgediend. We konden niet makkelijk bij de voorkeur-oversteekplek voor jachten komen. Het was niet druk en als we maar recht overstaken was het oké, volgens Ch.03 Traffic control. Nu in de gevallen nacht richting Scheveningen, toch maar een slag richting kust. Het ging allemaal prima. Twee mijl voor Scheveningen de motor starten. Broemoem om. Nog eens bram bram flop. Motorpech. Waarom zouden we ook Scheveningen in moeten als we met een prachtig windje door konden naar IJmuiden. Tegen die tijd was het licht en op kanaal 61 vertelt een ander jacht geruststellend dat er niks in of uit gaat. Ook binnen de pieren staat er nog een mooi windje. We komen tot de tonnen bij de haven. Inmiddels duikt er wel een vreselijk groot schip op tussen de
pieren. Maar oké nog een slag en we schieten de Marina in, waar net een ander
zeiljacht naar buiten wil. De vriendelijke schipper wil ons wel even als sleep
afparkeren tegen de langststeiger.
Nou dan begint het feest pas echt. Meer dan 80% kans dat het een brandstofprobleem is. Waar zitten de filters, waar zitten de kraantjes? Gelukkig is deze motor een overzichtelijk exemplaar en kunnen we overal goed bij. Maar er is toch een filter te weinig aan boord en Rob kan op de fiets van het meisje van het havenkantoor naar de watersportwinkel. Later kan ook een fietspomp geleend worden om de leiding door te blazen. In elk geval zit de troep nu weer onder in de dieseltank, en wellicht wat minder in het voorfilter.
Als de motor het weer doet gaan we de sluis door en trakteren we onszelf op het
traditionele CZT-diner. Dat is beslist een succes bij “Op de Kop”, heerlijke vis. Dan denk je dat je alles gehad hebt.
In de schemer varen we het Noordzeekanaal op, al gauw hebben we de lichten aan. Op de stuurboordswal is het vrij donker, maar recht voor ons lijkt het wel vuurwerk, oranje en rood. Ik probeer een zwart gat te vinden waar we heen gaan. Dat gaat een hele tijd goed. Dan zijn we opeens bij de havens (Afrikahaven) en duikt er ook een groot uitvarend vrachtschip voor ons op. Jazeker met 5 tellen signaal. Dat is duidelijk, rondje varen en wachten. Komt er nog een, nee de rest ligt vast. Nu houden we ook de Navionics erbij. Ik blijf op die kaart nagenoeg 20m op de walvaren. Als er weer een schip uit de haven komt, wil ik het graag eerder zien. Bij de volgende haven is het weer raak. Maar nu worden we vol in de schijnwerpers gezet. Het voelt als opgebracht wegens dronkenschap. Nou, zover is het niet meer naar Loetje. Wim vaart erheen als het paard dat de stal ruikt. Heerlijk gewone nachtrust. We vieren deze aankomst met roemrijke bitterballen van Loetje.
Uiteraard slaan we de volgende morgen de douche-balzalen niet over en vertrekken met een schone bemanning naar de Oranjesluizen. Lelystad is goed bezeild en ook daarna genieten we nog een paar uur van het relaxte zeilwindje. Gelukkig is de Ketelbrug in goede doen en laat ons naar binnen. Dan beginnen we al wat aan het opruimen. Het was echt thuiskomen in onze gezamenlijke jachthaven Stichting Ketelmeer. Drie keer krijg ik de vraag of ik ook meegedaan had aan de wedstrijd. Ja, aan de 10 daagse. Als je niet vertrekt krijg je ook geen avonturen. Dat hebben we weer met zijn drieën meegemaakt. Ik sleep mijn vier tassen weer in de auto; ja hij start!
Riëtte Voorhaar