CZT Wintertocht 2010
Zeilers zijn er in soorten en maten. Een onderscheid dat hout snijdt, is de verdeling in “mooiweer zeilers”, en “echte” zeilers, zeilers die het water opgaan, ongeacht het weer. In dit licht bezien is het toch wel opmerkelijk dat aan de najaarstocht maar één boot met schipper en drie opstappers deel namen…
Natuurlijk, de voorjaarstocht, met meer deelnemers, was ook koud, maar dat moet je zien als een incident, daar had men niet op gerekend. Bij de najaarstocht weet je wat je verwachten kunt; striemende regen en genadeloze hagelbuien, stervenskoude wind. De “echte” zeiler heeft daar lak aan.
Zaterdagmorgen, 10 nov. vertrokken we met de Voyager vanuit Lelystad. Met drie mannen en een vrouw heb je op zo’n ruime boot als de Beneteau Oceanis 361 alle ruimte. Vanwege de windverwachting, zaterdag ZW en zondag Z, stelde schipper Henk Nagel voor om naar Amsterdam te zeilen. Het was die ochtend prachtig weer; droog, windkracht 4. en werkelijk schitterende luchten waar de zon soms licht doorheen scheen. Buiten de haven ging gelijk het zeil omhoog. “Gelukkig”, dacht ik, deze schipper wil ook echt zeilen en gaat niet op de motor richting de Noordersluis. Op het Markermeer voeren we eerst een whisky koers (terminologie Martin Tas), per slot van rekening moest iedereen eerst aan elkaar en aan de boot wennen, maar dat proces verliep soepel. Ja, wat wil je als je allen dezelfde liefde deelt. Daarna ging het kruisend richting Amsterdam. De catering aan boord stond op een hoog niveau, om een voorbeeld te noemen, er was keuze uit hete chocolademelk, hete anijsmelk, of hete chocolademelk met een snuifje anijs. Het is maar een kleinigheid maar het tekent de verfijning.
Toen we tegen 17.00 uur bij de Oranjesluizen aankwamen, was het al behoorlijk donker, een verlichte stad levert vanaf het water dan een prachtig gezicht op. Het was wel even zoeken om in het donker de afslag naar Twellegea te vinden, maar toen we die te pakken hadden lagen we in no-time aan de steiger, naast een prachtige tweemaster uit 1911. Dit schip is te koop en zou een schitterende aanwinst zijn voor de CZT vloot, zeker nu de Tineke verkocht is.
Na een vorstelijk maal van worst, stamppot boerenkool en rode wijn, met dank aan Anneke Koopmans, werd het tijd om het “Sluisje” te bezoeken, één van de gezelligste buurtkroegen van Amsterdam. Een geziene stamgast is Greet Hettinga, erelid van de CZT. Na zo’n dag en na zo’n kroeg sliep iedereen als een blok, temeer omdat we voor het slapengaan nog een consumentenonderzoek gedaan hebben om de verschillen vast te stellen tussen Berenburg en Juttertje.
De volgende ochtend moest even een clandestiene operatie uitgevoerd worden om stroom te organiseren voor de accu’s. Daar draaien echte zeilers hun hand niet voor om. Na een uitgebreid ontbijt, drie soorten brood, zeven soorten beleg, hoe wenst U uw ei gebakken e.d., waren de accu’s voldoende gevuld om de motor aan de praat te krijgen en ging het weer richting IJsselmeer. De windvoorspelling klopte; zuidelijke wind, 10 knopen, ideaal om de gennaker bij te zetten. Zo heb je onderweg nog wat te doen, en met 5-6 knp ging het richting Lelystad.
Gelukkig begon het halverwege de reis wat te regenen, een najaarstocht moet natuurlijk niet te comfortabel worden. We ontdekten nu ook de achtergrond van het woord “snertweer”, de snert smaakte ons gruwelijk goed. Snertweer betekend dus niet waardeloos weer, maar weer waarbij een bord snert je goed smaakt.
Het was opvallend rustig op het water, wel vrachtverkeer maar nauwelijks zeilboten. Wat is dat toch met die zeilers? Nooit gehoord van thermisch ondergoed en hete chocolademelk? Zo rond 16:00 uur kwam de Noordersluis in zicht. Net als op de heenreis hoefden we daar nauwelijks te wachten en om 17:00 uur lag de Voyager weer op haar vaste stek in Flevo Marina.
Het was een leuke tocht, we, hebben veel plezier gehad en gingen voldaan naar huis.
Wim Salomons